Skip to main content

AP vraagt om opheldering over ChatGPT

De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) maakt zich zorgen om de omgang met persoonsgegevens bij organisaties die gebruikmaken van zogeheten generatieve artificiële intelligentie (AI), zoals ChatGPT. De AP onderneemt daarom de komende tijd verschillende acties. Als eerste heeft de AP software-ontwikkelaar OpenAI per brief om opheldering gevraagd over chatbot ChatGPT. De AP wil onder meer weten hoe OpenAI omgaat met persoonsgegevens bij het trainen van het onderliggende systeem.

ChatGPT is een chatbot die ogenschijnlijk overtuigende antwoorden kan geven op veel verschillende vragen. Gebruikers kunnen ChatGPT bijvoorbeeld vragen hun wiskundehuiswerk te doen of computercode te schrijven, of kunnen de chatbot gebruiken om advies te vragen bij relatieproblemen of medische kwesties. In Nederland maakten alleen al in de eerste 4 maanden na de lancering 1,5 miljoen mensen gebruik van de chatbot.

Getraind met persoonsgegevens

ChatGPT is gebaseerd op een geavanceerd taalmodel (GPT) dat is getraind met data. Dat kan door data te verzamelen die al op internet staan, maar ook door de vragen die mensen stellen op te slaan en te gebruiken. Die data kunnen gevoelige en heel persoonlijke informatie bevatten, bijvoorbeeld als iemand advies vraagt over een echtelijke ruzie of over medische zaken.

De AP wil van OpenAI weten of de vragen van mensen worden gebruikt om het algoritme te trainen, en zo ja, op welke manier. Ook heeft de AP vragen over de manier waarop OpenAI persoonsgegevens van internet verzamelt en gebruikt. Verder heeft de AP zorgen over informatie over mensen  die GPT ‘genereert’ door antwoorden te geven op vragen. De gegenereerde inhoud kan onnauwkeurig zijn, verouderd, onjuist, ongepast, beledigend, of aanstootgevend en kan een eigen leven gaan leiden.  Of en zo ja hoe OpenAI die gegevens kan rectificeren of verwijderen, is onduidelijk.

Ook andere privacytoezichthouders in Europa maken zich zorgen over ChatGPT en vinden een gezamenlijke aanpak noodzakelijk. De privacytoezichthouders in Europa hebben dan ook een ChatGPT-taskforce opgericht binnen hun samenwerkingsverband, de European Data Protection Board (EDPB), om informatie uit te wisselen en acties te coördineren.

Toezicht

In algoritmes en AI worden vaak persoonsgegevens gebruikt. Dit betekent dat het gebruik van algoritmes moet voldoen aan de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG). De AP houdt daar toezicht op.

Omdat algoritmes – met of zonder gebruik van persoonsgegevens – in alle sectoren te vinden zijn, is het van belang om overkoepelend in de gaten te houden wat de risico’s en effecten zijn. En dat de toezichthouders, inspecties en andere organisaties die daar over gaan, kennis delen en bestaande samenwerkingen versterken. De AP coördineert en bevordert dit gezamenlijk toezicht.

Bron: Autoriteit Persoonsgegevens

Iedereen kan slachtoffer worden van een datalek

Ga ervan uit dat er al eens persoonlijke gegevens van je gelekt zijn, of dat dit nog gaat gebeuren. Maak daarom werk van het beschermen van je persoonsgegevens. Dat is de centrale boodschap in de jaarlijkse datalekkenrapportage van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP).

De AP biedt elk jaar een overzicht van de belangrijkste feiten, cijfers en trends omtrent datalekken in Nederland. Dit overzicht staat bekend als de datalekkenrapportage. De rapportage over het kalenderjaar 2022 is nu beschikbaar.

Oplichting

Ook in 2022 ontving de AP weer een groot aantal meldingen over datalekken, in totaal 21.151. Meer dan 1.800 lekken waren het gevolg van cyberaanvallen, die extra gevaarlijk zijn. Cybercriminelen gebruiken buitgemaakte gegevens, zoals e-mailadressen, namen en andere persoonlijke informatie, bijvoorbeeld om grote groepen mensen en organisaties op te lichten met nepberichten die afkomstig lijken van betrouwbare instanties.

‘Datalekken zijn helaas een aanhoudend verschijnsel. En gelet op hun aard en omvang, adviseert de AP iedereen om er serieus rekening mee te houden dat er al eens gegevens van je gelekt zijn, of dat dit nog gaat gebeuren’, zegt AP-voorzitter Aleid Wolfsen.

5 jaar datalekken

In de nieuwste datalekkenrapportage maakt de AP ook de balans op van de afgelopen 5 jaar. In 2018 werd de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) ingevoerd, met de AP als
toezichthoudende instantie. Sindsdien ontving de AP in totaal meer dan 114.000 datalekmeldingen, waarvan ruim 6.500 het gevolg waren van cyberaanvallen. Een trend die de AP ziet: hoewel het aantal datalekmeldingen per jaar ongeveer op hetzelfde niveau blijft, neemt het aantal slachtoffers zeer waarschijnlijk wel toe. Met name bij cyberaanvallen kunnen in één keer veel mensen getroffen worden. Door de 3 grootste datalekken in de zorgsector kwamen in 2022 bijvoorbeeld de medische gegevens van zo’n 900.000 mensen op straat te liggen.

Wolfsen: ‘Dit overzicht laat overduidelijk zien dat datalekken een hardnekkig probleem zijn. Reden te meer voor de AP om te waarschuwen voor de gevaren van datalekken, en om iedereen op het hart te drukken om serieus werk te maken van de bescherming van persoonsgegevens. Ook jij kunt slachtoffer worden, ook al denk je misschien van niet.’

Praktische tips

In de datalakkenrapportage over het jaar 2022 staan concrete voorbeelden van mensen die zelf slachtoffer zijn geworden. Om mensen op weg te helpen bij het beschermen van hun gegevens, biedt de rapportage ook praktische tips. Die gaan zowel over wat mensen kunnen doen om schade te voorkomen, als over acties die je kunt ondernemen als er al gegevens van je zijn gelekt.

Bovendien legt de rapportage uit wat mensen mogen verwachten van organisaties als persoonlijke gegevens zijn gelekt via een organisatie, bijvoorbeeld omdat die geraakt is door een cyberaanval. Zo kan er de mogelijkheid zijn om een schadevergoeding te eisen. De AP blijft organisaties ook herinneren aan hun verantwoordelijkheid als zij persoonsgegevens van mensen gebruiken.

‘De AP hoopt dat mensen met deze tips beter bewapend zijn’, aldus Wolfsen. ‘De digitale wereld waarin we leven biedt ons allemaal tal van voordelen, maar we moeten ook waakzaam zijn.’

Bron: Autoriteit Persoonsgegevens 060623

5 tips om te zorgen dat marketing binnen de organisatie wél serieus wordt genomen

Hoe breng je marketing binnen de organisatie en boardroom op een hoger plan? Nyenrode-docent Julian Stevense geeft 5 adviezen.

  1. Zorg voor verbinding. Marketing verbindt organisatie en markt, intern en extern. Onderzoek van McKinsey & Company toont aan dat verbindende marketeers het meest succesvol zijn. Neem als marketeer de positie van verbinder aan en laat zien hoe marketing een centrale dient te spelen binnen de organisatie. Leg de verbinding tussen sales en marketing, tussen de externe en interne klant, tussen organisatiedoelen en klantbehoeftes, tussen gedrag en performance of tussen alle touch points in de customer journey. De beste marketeer is een verbinder pur sang en is daarnaast ook nog eens in staat om het merk als emotionele verbinder in te zetten waardoor niet alleen het gewenste gedrag plaatsvindt, maar ook nog eens loyaliteit wordt gecreëerd.
  2. Leer de taal van de boardroom spreken. Begrijp de organisatie, de daadwerkelijke behoeften en de omringende krachtenvelden. Duik in de missie, visie en organisatiedoelen en definieer hoe marketing een bijdrage gaat leveren aan deze doelen. Schrijf een strategie waarin je de organisatie overtuigt van de toegevoegde waarde van marketing om de organisatiedoelstellingen te behalen, variërend van profit tot purpose. Onderbouw deze plannen vervolgens met concrete data en ontwikkel business cases die financieel onderlegd zijn. Laat je hierin niet verleiden tot het benoemen van alle ‘gave’ nieuwe mogelijkheden, maar laat zien hoe alle middelen bijdragen aan het bovenliggende organisatiedoel.
  3. Kijk naar grotere trends en ontwikkelingen en vraag je af wat de impact hiervan is op zowel marketing als de organisatie. Blijf als marketeer altijd goed kijken naar wat er om ons heen aan het veranderen is, wat nieuwe trends en ontwikkelingen zijn en in hoeverre deze van invloed zijn op de rol van marketing. Blijf breed naar het vakgebied kijken en vraag jezelf af wat de impact van deze veranderingen is op de koers en prestatie van de organisatie. Wees scherp en kritisch, want ook veranderingen die initieel niks met het vakgebied te maken hebben, kunnen het businessmodel van de organisatie in de kern veranderen. Let wel op: probeer niet op elke trend in te spelen, maar kies bewust op basis van de organisatie en haar doelen.
  4. De marketingafdeling is de voice-of-the-customer en zorgt ervoor dat deze stem in alle delen van de organisatie gehoord wordt. Positioneer de marketingafdeling als de expert op het gebied van klantbehoeften-en inzichten. Laat zien hoe deze inzichten bijdragen aan betere resultaten en vier de successen samen. Positioneer jezelf daarbij niet boven de andere afdelingen, maar laat zien hoe marketing een bijdrage levert aan het gezamenlijk succes. Wees daarnaast de kritische stem binnen de organisatie en laat je horen wanneer de klant niet tevreden is. Neem tenslotte het voortouw bij het oplossen van deze ontevredenheid.
  5. Begrijp wat de daadwerkelijke behoefte van de klant is. Duurzame groei is voor elke organisatie essentieel. Zorg er daarom als marketingafdeling voor dat je een duidelijke, aantoonbare rol in deze groei speelt. Laat zien hoe marketing bijdraagt aan groei, winst en continuïteit zodat er ruimte ontstaat voor de sociale en maatschappelijk rol die de organisatie dient te spelen. Het is de rol van de marketeer om echt in de markt te duiken en veel met klanten te praten. Stel eens de vraag achter de vraag, ga met Sales in gesprek en doe een rondje langs de belangrijke partners. Laat binnen de organisatie zien hoe marketing waarde voor de klant creëert op een manier die concrete, meetbare waarde voor de organisatie oplevert. Dat is tenslotte de essentie van marketing.

Bron: Adformatie/ Blog Julian Stevense

Druk op marketingbudget maakt aantonen ROI cruciaal voor 77% CMO’s

Wisselende geluiden over economie en bedrijfsleven zorgen voor druk op marketingbudgetten.

Bedrijven moeten meer doen met minder waardoor een grote meerderheid (77%) van de CMO’s wereldwijd de druk voelt om op korte termijn een grotere ROI op hun marketingcampagnes aan te tonen, zo blijkt uit nieuw onderzoek van LinkedIn.

Onderzoek highlights
Bijna driekwart (72%) van de B2B-marketeers in Nederland gelooft dat bedrijven die hun marketinguitgaven handhaven of verhogen tijdens periodes van onzekerheid sneller herstellen.
De meerderheid (84%) van Nederlandse marketeers zegt dat het verbeteren van het inzicht van CFO’s in ROI de sleutel is om ervoor te zorgen dat er betere budgetten loskomen.
72% van de B2B-marketeers in Nederland is van plan de uitgaven op het gebied van merkopbouw de komende zes maanden te handhaven of te verhogen.

Druk op marketeers om aantonen impact
Volgens het onderzoek, dat is uitgevoerd in oktober onder meer dan 2.900 C-level executives van grote organisaties over de hele wereld, waaronder 100 CMO’s in Nederland, bereidt 40% van de Nederlandse bedrijven zich voor op moeilijke tijden. Bedrijfsleiders geven door het huidige economische klimaat prioriteit aan het verminderen van investeringen in marketing en reclame. Het maakt dat de druk op marketeers om de zakelijke impact van hun werk aan te tonen toeneemt.

Uit de Marketeer Sentiment Study, een onderzoek van LinkedIn dat al in september 2022 gedaan werd onder meer dan 1.700 B2B-marketeers, blijkt hoe belangrijk het is om in deze periode zichtbaar te blijven bij het publiek. Bijna driekwart (72%) gelooft dat bedrijven die hun marketinguitgaven handhaven of verhogen tijdens periodes van onzekerheid sneller herstellen. Om top of mind te blijven, willen B2B-marketeers zich blijven richten op merkopbouw: 72% van de B2B-marketeers in Nederland is van plan de uitgaven op dit gebied de komende zes maanden te handhaven of te verhogen. Marcel Molenaar, Director LinkedIn Marketing Solutions Benelux:

Meerdere studies laten zien dat het terugschroeven van marketingbudgetten op korte termijn weliswaar een besparing opleveren maar op langere termijn een negatieve impact heeft op de groei van de onderneming. Om die reden is het extra belangrijk dat B2B-marketeers de taal spreken van invloedrijke stakeholders in de organisatie en aantonen wat de ROI is van de gealloceerde budgetten.’’

Met deze blijvende investeringen komt een nog grotere verantwoordelijkheid voor marketeers om hun resultaten te meten en te duiden. Het aantonen van marketingeffectiviteit moet in deze tijden topprioriteit zijn voor B2B-marketeers. De taal van ROI beheersen en vertalen naar stakeholders is essentieel; marketeers moeten zich in financiële termen kunnen uitdrukken en de impact op het bedrijf kunnen aantonen. Een grote meerderheid (84%) van de B2B-marketeers in Nederland zegt dat het verbeteren van het inzicht van de Chief Financial Officer (CFO) in de ROI van marketing de sleutel is tot het versterken van toekomstige budgetten.

Nieuwe LinkedIn tools die helpen bij het meten van impact
Om B2B-marketeers te helpen de impact van hun campagnes te meten en aan te tonen, heeft LinkedIn de afgelopen maanden wereldwijd nieuwe tools en advertentieformaten gelanceerd. Tools die een helpende hand kunnen bieden aan B2B-marketeers om te blijven investeren in merkopbouw en externe uitdagingen het hoofd te bieden.

Die nieuwe meettool (Revenue Attribution Report) helpt LinkedIn B2B-marketeers de zakelijke impact aan te tonen op bedrijfsresultaten. Het rapport koppelt CRM-gegevens aan hun LinkedIn marketingcampagnes en helpt bij het meten van de de impact. Onder anderen inkomsten en rendement op de advertentie uitgaven kunnen gemeten worden.

Meer informatie en methode van onderzoek

LinkedIn gaf YouGov de opdracht om tussen 27 september en 19 oktober 2022 2.929 C-level executives – waaronder 494 CMO’s – over de hele wereld (Verenigde Staten, Verenigd Koninkrijk, Ierland, Frankrijk, Duitsland, Nederland, Italië, Spanje, Zweden, Verenigde Arabische Emiraten, Brazilië, Mexico, India, Singapore, Australië, China en Japan) van organisaties met 1.000+ werknemers en een jaarlijkse omzet van 250+ miljoen pond te bevragen. De enquête werd online uitgevoerd.

Er werd hierboven ook verwezen naar LinkedIn’s B2B Marketer Sentiment studie. Dat is een onderzoek van YouGov onder 1.703 senior B2B marketing leiders in de Verenigde Staten, Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Duitsland, Nederland, Italië, Spanje, Verenigde Arabische Emiraten, KSA, Brazilië, Australië, India en Singapore uitgevoerd tussen 13 september tot 30 september 2022. Ook dit onderzoek werd online uitgevoerd.

Bron: Marketingfacts 3-2-23

Dit zijn de online marketing trends voor 2023

In de wereld van digitale marketing komen en gaan trends snel. Zelfs met dat in gedachten moeten online marketeers de curve voorblijven als ze concurrerend en relevant willen blijven in hun respectieve industrieën. Als we vooruit kijken naar 2023, zijn er verschillende opkomende trends waarvan ondernemers en marketeers zich bewust van moeten zijn als ze zich begeven in het online landschap. In dit artikel bespreken we de trends op het gebied van online marketing voor komend jaar. 

AI en ML

Een belangrijke trend is het gebruik van kunstmatige intelligentie (AI) en machine learning (ML) in digitale marketing. AI en ML kunnen marketeers helpen de relevantie, nauwkeurigheid en efficiëntie te verhogen door processen zoals gepersonaliseerde productaanbevelingen of gerichte advertenties te automatiseren. Dit kan leiden tot meer klantbetrokkenheid, betere website prestaties en een hogere ROI op marketingcampagnes. AI-tools kunnen bijvoorbeeld inzichten verschaffen in de kooppatronen van klanten, die marketeers vervolgens kunnen gebruiken om hun advertenties of aanbiedingen daarop af te stemmen. Daarnaast kan het gebruik van AI-gebaseerde chatbots bedrijven helpen een betere klantenservice te bieden en tegelijkertijd de kosten van handmatige processen te verlagen. 

Voice search 

Een andere trend voor 2023 is het toegenomen gebruik van voice search technologie binnen online marketing initiatieven. Omdat spraakherkenningstechnologie in de loop der tijd steeds beter wordt, vertrouwen meer consumenten op slimme speakers zoals Amazon Alexa of Google Home voor antwoorden op hun vragen. Marketeers moeten overwegen hoe deze verschuiving SEO-strategieën in de toekomst zal beïnvloeden – het optimaliseren van content voor long-tail zoekwoorden in plaats van korte zinnen is een must voor bedrijven die het meeste willen halen uit hun digitale campagnes in 2023. Daarnaast kan het creëren van content die speciaal is ontworpen voor gebruikers die een zoekopdracht met hun stem uitvoeren – zoals FAQ’s of video tutorials – ook helpen om de zoekmachine rankings van een website te optimaliseren en tegelijkertijd de betrokkenheid bij klanten te vergroten. Als je een SEO bureau hebt zal je je klaar moeten maken om je klanten te kunnen blijven bedienen – maar ook je eigen website kan je zo inrichten dat je middels voice search hoog in de rankings van de zoekmachines verschijnt.  

Influencer marketing

De opkomst van influencer marketing zal ook in 2023 doorgaan, omdat bedrijven manieren zoeken om een nieuw publiek aan te boren zonder grote bedragen te hoeven uitgeven aan traditionele reclame methoden zoals televisiecommercials of gedrukte tijdschriften. Door samen te werken met populaire influencers die al grote volgers hebben opgebouwd op sociale mediaplatforms zoals Instagram en YouTube, kunnen merken profiteren van een grotere naamsbekendheid tegen veel lagere kosten dan via traditionele kanalen mogelijk is. Het is belangrijk voor bedrijven die influencer-partnerschappen willen aangaan om niet alleen te letten op die influencers met enorme volgers, maar ook op degenen die een betrokken publiek hebben dat daadwerkelijk geneigd is om hun producten of diensten te kopen als ze worden aanbevolen door de influencer die ze volgen. 

Mobiele optimalisaties 

Tot slot is het duidelijk dat mobiele apparaten een grote rol zullen blijven spelen in digitale marketingstrategieën in 2023 en daarna! Mobiele optimalisatie is van vitaal belang als u wilt dat uw campagnes vandaag de dag maximaal succes boeken, aangezien de meeste consumenten websites nu voornamelijk bezoeken via smartphones of tablets in plaats van computers – dus elke website die niet is ontworpen met mobiele apparaten in gedachten loopt het risico potentiële verkopen mis te lopen door negatieve gebruikerservaringen te creëren op niet-geoptimaliseerde sites. Dit betekent dat elementen zoals paginagrootte klein genoeg worden gehouden zodat ze snel laden op mobiele apparaten en dat knoppen groot genoeg zijn zodat mensen geen moeite hebben om ze aan te klikken vanaf handheldschermen – beide kwesties die ertoe kunnen leiden dat klanten vertrekken voordat ze een aankoop doen als ze niet goed worden aangepakt! 

Kortom, het is duidelijk dat technologische ontwikkelingen zoals kunstmatige intelligentie (AI), machine learning (ML), voice search optimalisatie en mobiele optimalisatie allemaal een belangrijke rol zullen spelen bij online marketingstrategieën in 2023 en daarna! Het ontwikkelen van kennis over hoe elk daarvan werkt is essentieel voor degenen die willen dat hun bedrijf dit komende jaar boven alle concurrenten uitstijgt!

Bron: Marketingreport.nl

Contouren algoritmetoezicht AP naar Tweede Kamer

Staatssecretaris Alexandra van Huffelen (Digitalisering) heeft de Tweede Kamer nader geïnformeerd over het in te richten algoritmetoezicht bij de Autoriteit Persoonsgegevens (AP). In de Kamerbrief staat met welke nieuwe activiteiten de AP, samen met de andere colleges, markttoezichthouders en rijksinspecties, in 2023 aan de slag gaat. Daarnaast wordt het al bestaande toezicht op algoritmes die (onrechtmatig) persoonsgegevens verwerken in 2023 versterkt.

Controle van algoritmes

Algoritmes en artificiële intelligentie (AI) spelen een steeds grotere rol in besluiten die bedrijven en de overheid over mensen nemen. Dit biedt kansen, maar de dreiging om de menselijke maat te verliezen ligt op de loer. Algoritmes kunnen grote impact hebben op mensenlevens en op de samenleving.

Met het algoritmetoezicht bij de AP geeft Van Huffelen invulling aan de ambitie van de Tweede Kamer en het kabinet om te regelen dat algoritmes worden gecontroleerd op transparantie, discriminatie en willekeur en dat dat wordt bewaakt door de AP.

Inrichting algoritmetoezicht

Een belangrijk onderdeel van het nieuwe toezicht is het signaleren en analyseren van sector- en domeinoverstijgende risico’s van algoritmes, en de samenwerking met andere organisaties te faciliteren en te intensiveren.

Aleid Wolfsen: “Samen met andere colleges, markttoezichthouders, rijksinspecties, stakeholders en experts is het afgelopen jaar uitgewerkt hoe het algoritmetoezicht moet worden ingericht. Dat dit gezamenlijk gebeurt, is logisch. Net als de AP, hebben ook andere instanties veel ervaring met het toezicht op algoritmes. Met elkaar kunnen we veel kennis en inzicht bundelen. Mede dankzij ieders input, meedenken en tegendenken is nu de basis gelegd voor dit brede, domeinoverstijgende algoritmetoezicht.”

Met deze nieuwe taak kijkt de AP naar risico’s die sectoren en domeinen overstijgen. Bestaande bevoegdheden en taken van andere colleges, markttoezichthouders en rijksinspecties veranderen niet. Versterking van de samenwerking tussen deze instanties is hierin belangrijk, zodat met gezamenlijke kennis en inzichten risico’s op discriminatie, uitsluiting en gebrek aan transparantie sneller kunnen worden gesignaleerd en aangepakt.

Start algoritmetoezicht

Vanaf januari start de AP met deze nieuwe activiteiten. De focus ligt daarbij in de beginperiode op het signaleren van risicovolle algoritmes, het bundelen van kennis en het verder vormgeven van de samenwerking.

Bron: Autoriteit Persoonsgegevens

AP: ongevraagd doorgeven persoonsgegevens aan kerken moet stoppen

De overheid moet kerken niet meer zomaar persoonsgegevens van kerkleden doorsturen uit de administratie van de overheid, de Basisregistratie Personen (BRP). Dat stelt de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) in een advies aan het kabinet.

Op dit moment geeft de overheid gegevens over bijvoorbeeld een verhuizing of huwelijk van kerkleden automatisch door aan de kerken, via de Stichting Interkerkelijke Ledenadministratie (SILA). Het kabinet wil de regels tijdelijk wijzigen als experiment.

De overheid vraagt dan bij nieuwe kerkleden toestemming voor het doorgeven van hun persoonsgegevens. Maar voor mensen die al lid zijn van een kerk, geldt dat niet. De overheid blijft volgens het voorstel nog steeds hun persoonsgegevens ongevraagd doorgeven aan de kerken.

Geen groot maatschappelijk belang

De AP concludeert in het wetgevingsadvies over het experiment dat het zonder toestemming doorgeven van persoonsgegevens uit de BRP aan kerken niet mag. En dat dit geldt voor alle kerkleden, dus ook voor mensen die al langer lid zijn van een kerk.

Organisaties krijgen toegang tot de BRP voor bepaalde overheidstaken of als zij een groot maatschappelijk belang dienen.

‘Dat is handig en belangrijk’, zegt AP-voorzitter Aleid Wolfsen. ‘Een gemeente kan die gegevens nodig hebben als je een nieuw paspoort aanvraagt. Een pensioenfonds moet het ook weten als jij verhuist, zodat jij je pensioen blijft ontvangen. Maar kerken horen wat ons betreft niet in dit rijtje thuis.’

Het doorgeven van persoonsgegevens uit de BRP aan de kerken dient namelijk geen algemeen belang en is niet noodzakelijk. Daarom strookt het niet met de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) en moet het stoppen, stelt de AP.

Onvoldoende onderbouwd

De voorganger van de AP, het College bescherming persoonsgegevens, concludeerde al in 2013 dat de gegevensverstrekking aan SILA onvoldoende onderbouwd is. De Raad van State deed dit ook.

En in 2016 stemde een meerderheid van de Tweede Kamer vóór een motie die het kabinet opriep te stoppen met de automatische verstrekking van persoonsgegevens aan kerken.

Baas over eigen gegevens

Wolfsen: ‘Het wordt nu echt tijd om deze onrechtmatige gegevensverstrekking te stoppen. Mensen moeten zo veel mogelijk de baas zijn over hun eigen gegevens. Kerkleden moeten zelf kunnen beslissen of zij willen dat de kerk weet waar zij wonen en of ze getrouwd zijn.’

Mocht de overheid graag persoonsgegevens willen blijven doorgeven aan SILA en daarvoor toestemming willen vragen aan kerkleden, dan moet de overheid wel kunnen aantonen dat mensen zich niet gedwongen voelen om toe te stemmen.

Dit omdat mensen afhankelijk zijn van de overheid. En in sommige gevallen niet ‘nee’ durven te zeggen als de overheid ze iets vraagt, aldus de AP.

Bij SILA zijn aangesloten: de Protestantse Kerk Nederland, de Rooms-Katholieke Kerk, de Algemene Doopsgezinde Sociëteit, de Oud-Katholieke Kerk van Nederland, de Vrij-Katholieke Kerk, de Nieuw-Apostolische Kerk en het Leger des Heils. Het gaat in totaal om ongeveer 5 miljoen kerkleden.

Bron: Autoriteit Persoonsgegevens

Wanneer is content succesvol?

edereen kent het belang van goede en succesvolle content. Maar wat ‘succesvol’ precies is hangt af van de doelen die je wilt bereiken. Denk daar vooraf over na en kijk verder dan alleen harde conversies. Alleen met duidelijke doelen kun je voor echt goede content zorgen en de effecten daarvan meten.

Tijdens het SEO Benelux Event bij OAK werd er tijdens de paneldiscussie vanuit het publiek een belangrijke en fundamentele vraag gesteld: hoe weet je wanneer content succesvol is? Een logische vraag, omdat content het hart is van je organische marketingstrategie.

Waarom content?

Wat is de rol van content bij conversies en welke soort conversies zijn er? En hoe draagt content bij aan een sterk merk? Wanneer is content succesvol? Om op deze vragen antwoord te geven, moet je doel vooraf kristalhelder zijn. Waarom creëer, optimaliseer en verspreid je content?

  • Streef je naar meer bezoekers op je website?
  • Wil je als merk laten zien dat je een bepaalde expertise hebt?
  • Wil je de naamsbekendheid van je merk laten groeien?
  • Wil je klanten naar je fysieke winkel trekken?
  • Wil je de online omzet verhogen?
De echte waarde van je content

Hoe verhoog je online omzet? De simpelste benadering is kijken naar conversies vanuit een landing op een contentpagina. Maar om een volledig beeld te vormen van de echte waarde van de content, moet je juist breder kijken, naar bijvoorbeeld assisted conversions. Voordat een gebruiker converteert naar een betalende klant, heeft hij of zij al – bewust en onbewust – verschillende keuzes gemaakt op basis van andere soorten content. Voordat de aankoopbeslissing wordt genomen, stelt een consument zichzelf vragen als: ‘Hoe kan ik mijn probleem oplossen?’, ‘Welk product heb ik nodig?’ en ‘Naar welk merk gaat mijn voorkeur uit?’.

Met de juiste content geef je antwoorden op die vragen en kun je naar een conversie sturen. Content kan bijdragen om omzet via een ander kanaal te realiseren. Je kijkt dan dus niet alleen naar directe conversies maar naar attributiewaarde. De attributiewaarde brengt vaak discussies op gang, omdat je er op meerdere manieren naar kunt kijken. Deze discussie gaan we hier niet voeren, maar we willen erop wijzen dat je niet blind moet zijn voor andere fases binnen het beslissingsproces van je klant.

Nu heb je feitelijk nog steeds niet het volledige beeld om de waarde van je content aan te tonen. Er zijn nog minimaal twee ‘waardebronnen’, namelijk:

  1. Besparing op betaalde advertenties die je kunt realiseren als je met je content organisch beter zichtbaar bent.
  2. De offline omzet in fysieke winkels, op basis van online content
Besparing op betaalde advertenties

Ben je niet organisch zichtbaar, dan zijn advertenties een logische keuze. Maar dat is geen goede langetermijnoplossing omdat er geen duurzaam resultaat mee te behalen is: je zult moeten blijven investeren om online zichtbaar te blijven. Content die organisch zichtbaar is in zoekmachines helpt om te besparen op betaalde advertenties.

Daarnaast zorgt de juiste content op een landingspagina ook direct voor besparing binnen search engine advertising. Met kwalitatief sterke content stijgt de quality rate van Google Ads. Door een hoge quality rate vergroot je de kans op betere posities in de advertentieruimte, tegen lagere kosten. Organische content en online advertenties gaan zo hand in hand.

Offline omzet via online content

Vaak is de waarde van upper funnel-content moeilijker uit te leggen. Want wat is content in de awareness-fase waard? We hebben websitebezoekers van twee grote Nederlandse retailers die landden op upper funnel-contentpagina’s om feedback gevraagd. Via de on-site pop-up lieten ze weten:

  • dat de contentpagina van waarde was (gemiddelde score van 4.3 uit 5);
  • dat hun vervolgstap een bezoek aan de fysieke winkel is (25% gaf aan naar de winkel te gaan).

Je toetst hiermee de kwaliteit van je content. En door te weten dat de volgende stap een bezoek aan de winkel is, konden we de omzetbijdrage doorrekenen. We wisten wat de conversieratio in de winkel en wat de gemiddelde aankoopwaarde was. Online content kan dus helpen offline omzet te verhogen.

De waarde van content voor je merk

Maar er is nog meer. Door meer relevante content te maken in de awareness-fase kun je je merk als expert in de markt zetten. De kwaliteit van de content is te meten door middel van metrics als time-on-page en de clicks. En ook kun je bijvoorbeeld met behulp van de metric ‘page depth’ van Hotjar meten of gebruikers je content consumeren en dus met je merk interageren. Ben je veel content aan het pushen via andere kanalen en op veel meer plekken zichtbaar dan alleen Google? Dan wil je dat ook terugzien in je branded zoekvolume en (sociale-media-)vermeldingen. Zo meet je bijvoorbeeld unaided brand awareness.

Hoe weet je of je merk als expert wordt gezien? Simpelweg door aan je bezoekers te vragen of de content een bevredigend antwoord op hun vragen geeft. Dit is te meten met tools die de bezoeker vraagt ‘beantwoordt dit je vraag?’. Het doel wordt bereikt als het antwoord simpelweg ‘ja’ is. Je merk is de expert.

Heb je een vergelijkende video toegevoegd aan je productdetailpagina? Dan wil je meten of het aantal conversies is verhoogd. Op die manier dient alle content een eigen doel in de buyer journey.

Softe conversies: de waarde van gebruikersacties naast een aankoop

Het is niet alleen een aankoop die iets waard is. Staar je niet blind op harde, directe conversies. Een e-mailadres winnen is ook een bron voor omzet. Voor deze leads kan ook een waarde worden bepaald.

Er zijn ook microconversies (zoals clicksadd-to-carts, downloads, vermeldingen op sociale media en nieuwsbriefinschrijvingen). Hier kun je allemaal een waarde aan toekennen. Consumenten kopen namelijk niet altijd direct na de eerste oriëntatie. Als de content awareness of oriënterende fase leidt tot een inschrijving of een download, kun je de content ook als succesvol aanmerken.

Welk soort content moet je creëren?

De juiste content maak je door een paar basisvragen te beantwoorden die ook tijdens het SEO Benelux Event werden genoemd en besproken:

  • Wie behoort tot je doelgroep?
  • Welke zoektermen gebruiken ze?
  • Wat is de zoekintentie?
  • Wat doet de concurrentie?

Naast het onderwerp moet je ook het contentformat bepalen. Wordt het een tekst, video, podcast, of iets anders? Handige manieren om het juiste format te bepalen zijn:

  1. Raadpleeg de beschikbare theorie: video’s zijn bijvoorbeeld perfect voor how-to’s.
  2. Check de SERP: wat laat Google zien wanneer je op het onderwerp zoekt? Het algoritme is afgestemd op de behoefte van de gebruiker. Hierdoor krijg je informatie over zowel de intentie van de consument, als het gewenste format. Pas je content hier op aan.
Zo is content succesvol

De kunst is dat je weet hoe je je merk laat groeien. Welke koers heeft je bedrijf? En welk doel heeft content daarin? Kijk daarbij dus niet alleen naar directe conversies, maar veel breder. Wees je bewust van de impact die content maakt in het grotere geheel, zoals besparing op advertenties, de waarde van microconversies zoals nieuwsbriefinschrijvingen en kwalitatieve metrics zoals hoezeer je merk als expert wordt gezien.

Blijf kritisch op je kpi’s en de content die in planning staat. Passen deze nog bij de doelen van het team en de organisatie? Groeit je verkeer, maar haken gebruikers af op productdetailpagina’s? Hoe kun je dan je productcontent optimaliseren en add-to-cart’s verhogen?

Blijf soepel omgaan met je contentplanning. Een jaarplanning is goed, maar pas deze aan als de markt of je organisatie daar om vraagt. Content kan op verschillende manieren succesvol zijn en bijdragen aan het succes van je merk. Maar de online wereld verandert snel, dus blijf scherp.

Bron: Emerce.nl

Marketeers vrezen weinig gevolgen van verdwijnen third-party cookies

Slechts 10 procent van de respondenten in een onderzoek van branchevereniging DDMA denkt dat personalisatie binnen drie jaar niet meer mogelijk is door wijzigingen in regelgeving en technologie. Een minderheid dat marketing in het algemeen minder effectief wordt door het verdwijnen van third-party cookies. Er lijkt in de data-driven marketingsector dus weinig angst voor deze ontwikkelingen.

De investeringen in data-driven marketing die organisaties in 2021 hebben gedaan, hebben volgens de respondenten wederom flink bijgedragen aan het verkrijgen van klantinzichten (bij 39% van de respondenten), inzicht in de klantreis (39%) en meer of betere klantdata (37%). Bijna de helft van de ondervraagden geeft aan dat de marketingafdeling volgend jaar meer budget krijgt om te investeren in marketingtechnologie.

De meest gebruikte marketingtechnieken zijn marketing automation (68%) en retargeting (67%), al is het gebruik van data vooral beschrijvend van aard. Meer dan de helft van de respondenten geeft aan dat de meeste inzichten in hun bedrijf met name worden gehaald uit zogenoemde descriptive analytics. Ongeveer een kwart (23%) gaat een stap verder en haalt vooral inzichten uit diagnostic analytics (waarom iets is gebeurd). Predictive of zelfs prescriptive modelling wordt minder vaak toegepast.

Via de kanalen e-mail (35% gepersonaliseerd), direct mail (34%) en direct messaging (zoals WhatsApp en SMS, 30%) is communicatie het meest gepersonaliseerd. Ten opzichte van vorig jaar heeft direct mail zelfs de plek van mobiele apps in de top drie overgenomen.

De grootste toename in personalisatie betreft display advertising (8% 2021, 0% 2020). Social media is het kanaal waar de personalisatie het hardste afneemt: 54 procent van de ondervraagden geeft aan dat dit kanaal niet gepersonaliseerd is, ten opzichte van 34 procent in 2020. Deze afname ligt in ieder geval niet aan toenemende wetgeving en beperkingen op het gebied van cookies.

Het vinden van medewerkers met de juiste kennis wordt onder respondenten nog altijd gezien als grootste uitdaging. Het tekort aan goede mensen wordt voorlopig nog niet opgevuld door AI en machine learning. Slechts 14 procent van de ondervraagden is van mening dat algoritmes de taken van datawetenschappers, data-analisten en marketeers in de komende drie jaar gaan overnemen. Er is wel een significant verschil tussen de AI-verwachtingen van grote bedrijven met meer dan 100 medewerkers en kleine bedrijven.

Bron: Emerce

AP waarschuwt voor privacyrisico’s in het onderwijs

De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) heeft de trends en risico’s voor de bescherming van persoonsgegevens in het onderwijs in kaart gebracht. Ook heeft de AP de onderwijssector aanbevelingen gegeven. Zodat onderwijsinstellingen zorgvuldig omgaan met de gevoelige gegevens van leerlingen, studenten, ouders en medewerkers.

De onderwijssector heeft aangegeven zich goed te kunnen vinden in de bevindingen van de AP. De sector is inmiddels al aan de slag gegaan met de aanbevelingen.

Rol overheid

Om een aantal aanbevelingen goed op te kunnen volgen, heeft de onderwijssector echter behoefte aan een meer faciliterende en coördinerende rol vanuit de overheid. Dit signaal baart de AP zorgen en brengt daarom de trends, risico’s en aanbevelingen in een paper onder de aandacht van de Vaste Kamercommissie Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Trends en risico’s privacy onderwijs

De AP signaleert drie belangrijke trends en risico’s:

  1. monitoring van leerlingen en studenten;
  2. afhankelijkheid van grote leveranciers;
  3. meer uitwisseling van gegevens in samenwerkingsverbanden.   

De aanbevelingen van de AP richten zich op het op orde krijgen van de basis en het versterken van de positie van de onderwijssector in de digitale maatschappij.

Brief ministers

Eerder stuurde de AP al een brief aan de minister van Basis- en Voorgezet Onderwijs en Media en de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Hierin riep de AP de ministers op om als stelselverantwoordelijken voor het onderwijs een pakket aan maatregelen te nemen, zodat onderwijsinstellingen in de praktijk kunnen zorgen voor veilig onderwijs.

De AP is van mening dat de reactie op deze brief nog onvoldoende duidelijk maakt hoe de ministers hier concreet invulling aan gaan geven.

Bron: Autoriteit Persoonsgegevens